EU publiceert ontwerpregels voor werknemers in de gig economy

De Europese Commissie (EC) heeft ontwerpwetgeving gepubliceerd over arbeidspraktijken binnen de zogenaamde ‘gig economy’.

De wetswijzigingen zijn bedoeld om werknemers van internetplatforms zoals Amazon, Uber en Deliveroo meer toegang te geven tot basisrechten zoals ziekengeld, minimumloon en betaalde vakantiedagen.

De stap valt samen met een recente rechterlijke beslissing door een Belgische rechtbank die een groep Deliveroo-riders die geherclassificeerd wensten te worden als werknemers op contractbasis in het ongelijk stelde.

Volgens Nicolas Schmit, de Luxemburgse EU-commissaris voor werkgelegenheid en sociale rechten, zijn de wetswijzigingen bedoeld om binnen Europa gelijke voorwaarden op het gebied van arbeidspraktijken en arbeidsrechten te scheppen voor zowel traditionele bedrijven als platformbedrijven zoals onder andere Amazon en Uber.

Het centrale element van het wetsontwerp is een wijziging van de bewijslast inzake de arbeidsstatus, die momenteel op de werknemers rust maar volgens het voorstel van de EC naar de bedrijven zou verschuiven.

Volgens de Commissie zijn er in de EU meer dan 500 digitale arbeidsplatforms actief, die werk bieden aan ongeveer 28 miljoen mensen – een cijfer dat naar verwachting zal stijgen tot 43 miljoen in 2025.

Voorts schat de EC dat ongeveer 5,5 miljoen werknemers in de sector momenteel ten onrechte als ‘zelfstandigen’ worden geclassificeerd, terwijl zij als fulltime werknemers met toegang tot volledige uitkeringen en bescherming zouden moeten worden geclassificeerd.

De Commissie wil haar 27 lidstaten ook rechtszekerheid bieden, zodat de verschillende juridische geschillen die zijn gerezen over de arbeidspraktijken van gig-economybedrijven gemakkelijker kunnen worden beslecht.

Tot dusver zijn er in heel Europa ongeveer 100 zaken geweest en hoewel sommige landen hun nationale wetgeving hebben aangepast, heeft geen enkele regering de kwestie volledig aangepakt, aldus de EC.

Het huidige gebrek aan rechtszekerheid werd onderstreept in de recente Belgische zaak betreffende Deliveroo-riders. De rechter werd verzocht de arbeidssituatie van de medewerkers te beoordelen als werknemers in loondienst of als onafhankelijke contractanten, maar oordeelde dat geen van beide categorieën van toepassing is.

In plaats daarvan werkt de meerderheid van de Deliveroo-riders in België onder een ‘collaborative economy’ status, een classificatie die in 2016 in België werd ingevoerd als een manier voor mensen die actief zijn in de gig economy als een tweede baan om hun inkomen aan te vullen zonder sociale zekerheidspremies te betalen.

De flexibiliteit van de gig economy wordt vaak aangeprezen als een voordeel voor de werknemers, maar volgens Schmit van de EC hoeft deze flexibiliteit niet verloren te gaan als gevolg van haar voorstel. ‘Niemand probeert deze groei van de platformeconomie te “doden”, te stoppen of te belemmeren,’ zei Schmit op de persconferentie ter introductie van het voorstel. ‘We willen dat de platformeconomie bloeit. Maar als technologie ons in staat heeft gesteld om dit nieuwe bedrijfsmodel te ontwikkelen, dan moet dit bedrijfsmodel ook aan onze normen voldoen, met inbegrip van de sociale normen. En daarom moeten we de platformeconomie ook binnenbrengen in wat wij het “Europese sociale model” noemen.’

Volgens Schmit moeten de voorstellen er niet alleen voor zorgen dat de ‘nieuwe economie’ meer behelst dan onzekere banen van lage kwaliteit, maar ook dat aan platformbedrijven dezelfde normen worden opgelegd als aan traditionele bedrijven.

Schmit voegde er nog aan toe dat de wijzigingen niet bedoeld zijn om de flexibiliteit van de gig economy weg te nemen en verklaarde dat deze flexibiliteit en de erkende arbeidsstatus elkaar niet uitsluiten.

‘Veel platforms – ook sommige van de grootste platforms – hebben al werknemers, ze hebben medewerkers, en ondanks dat werken ze, opereren ze en zijn ze winstgevend,’ zei Schmit. ‘Ik zou ook willen zeggen dat het klopt dat mensen die voor platforms werken weliswaar waarde hechten aan flexibiliteit, maar ze hechten ook waarde aan een zekere sociale bescherming, sociale uitkeringen en vooral bescherming tegen ongevallen.’

Dit initiatief zal waarschijnlijk worden toegejuicht door voorstanders van arbeidsrechten, zoals de Internationale Arbeidsorganisatie ILO, waarvan de directeur-generaal Guy Ryder waarschuwde dat het uitblijven van regelgeving voor snel groeiende internetbedrijven zoals Amazon zou kunnen leiden tot het ontstaan van een ‘digitale onderklasse’ .

Het voorstel van de EC is echter bekritiseerd door platformondernemingen. Uber verklaarde dat het ‘duizenden banen in gevaar zou brengen, kleine bedrijven zou verlammen in de nasleep van de pandemie en schade zou toebrengen aan vitale diensten waar consumenten in heel Europa op vertrouwen.’

En lobbygroep Delivery Platform Europe, die onder meer Uber en Deliveroo vertegenwoordigt, verklaarde dat de regels ‘negatieve gevolgen zouden hebben voor koeriers zelf, maar ook voor restaurants en klanten.’

Back to top button