Belgische gezondheidsautoriteiten sluiten chocoladefabriek uit vrees voor salmonella

De Italiaanse zoetwarenproducent Ferrero is door de plaatselijke autoriteiten gedwongen zijn Belgische productie-eenheid te sluiten wegens een uitbraak van salmonella.

De Belgische voedselveiligheidsautoriteit, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (Afsca), gelastte de sluiting en terugroeping van alle producten uit de fabriek in Aarlen, ongeacht de productiedatum.

De terugroeping heeft betrekking op de chocolade-eieren van Kinder, enkele dagen voor Pasen, een periode waarin de aantallen verkochte Kinder Surprise-eieren en Kinder Mini-eieren naar verwachting in de miljoenen zouden lopen.

“Het agentschap trekt vandaag zijn vergunning voor de Ferrero-fabriek in Aarlen in”, aldus een verklaring van de Afsca van 8 april.

De fabriek kan ook een gerechtelijk onderzoek verwachten door de Belgische regio Luxemburg, waar de productie-eenheid is gevestigd. Dit werd bevestigd door plaatsvervangend officier van justitie voor de provincie Luxemburg Anne-Sophie Guilmot.

De Ferrero-fabriek is de grootste werkgever in de provincie: tussen 725 en 1.100 mensen werken in de fabriek, die goed is voor 7% van de totale hoeveelheid Kinder-producten die wereldwijd worden gemaakt.

De sluiting van de productielijn werd ingegeven door een aantal salmonellagevallen waarbij Kinder-producten betrokken waren. In heel Europa werden meer dan 100 gevallen gemeld, het merendeel daarvan in het VK (63) en Frankrijk (21).

Volgens de Afsca had Ferrero “onvolledige” informatie verstrekt in het kader van het onderzoek door de voedselveiligheidsautoriteit naar de uitbraak, en had daarom een bevel tot sluiting opgelegd gekregen. De schorsing zal pas worden opgeheven als de fabriek aantoonbaar aan alle voedselveiligheidsvoorschriften voldoet, aldus de Afsca.

Ferrero heeft inmiddels haar verontschuldigingen aangeboden en verklaard dat het management van het bedrijf “deze zaak ten zeerste betreurt” en “voedselveiligheid uiterst serieus neemt”.

Het bedrijf voegde eraan toe dat het dankzij zijn samenwerking met “een aantal volksgezondheids- en voedselveiligheidsautoriteiten” in heel Europa “nieuwe gegevens heeft verkregen waaruit blijkt dat het genotype van gerapporteerde salmonellagevallen in Europa overeenkomt met dat van onze fabriek in Aarlen.”

Ook verklaarde Ferrero dat de aanwezigheid van salmonella voor het eerst werd vastgesteld op 15 december, waarbij een filter aan de uitgang van twee grondstoffentanks als de bron werd geïdentificeerd. “Materialen en eindproducten werden geblokkeerd en niet vrijgegeven, en de zaak wordt momenteel samen met de voedselveiligheidsautoriteiten onderzocht”, verklaarde Ferrero.

“Een dergelijk besluit wordt nooit lichtvaardig genomen, maar de huidige omstandigheden maken het noodzakelijk. De voedselzekerheid van onze burgers mag nooit worden verwaarloosd”, aldus de Belgische minister van Landbouw David Clarinval.

Hoewel salmonella een van de meest voorkomende oorzaken van voedselvergiftiging is, vond de laatste grote uitbraak in Europa plaats in Nederland in 2012, toen meer dan 1.000 mensen ziek werden door het eten van besmette gerookte zalm van een Nederlandse visproducent.

Voor Ferrero en haar merk Kinder valt de schade van de vrijwillige terugroeping van producten en de gedwongen sluiting van de fabriek nog te bezien. Het omzetverlies tijdens zo’n drukke feestperiode en de reputatieschade als gevolg van de associatie met salmonella kunnen aanzienlijk zijn.

Nationale kranten in heel Europa hebben aandacht aan het verhaal besteed en in verschillende kranten staan citaten van volksgezondheidsfunctionarissen die er bij ouders op aandringen geen producten van het merk Kinder aan kinderen te geven.

Ondertussen heeft schade-expert Sedgwick gewaarschuwd dat het aantal teruggeroepen producten in Europa zal toenemen als gevolg van een reeks nieuwe Europese voorschriften. Volgens de laatste State of the Nation Recall Index van Sedgwick is het aantal teruggeroepen producten in de Europese levensmiddelen- en drankensector in 2021 met 25% gestegen.

Sedgwick verklaarde ook dat de Europese regelgevende instanties voor de levensmiddelenindustrie agressiever zijn met hun handhaving, waarbij werd gewezen op een boete van 7,6 miljoen euro die werd opgelegd aan een supermarkt omdat die levensmiddelen had verkocht waarvan de uiterste verkoopdatum was verstreken.