Nederlands pensioenfonds stoot voor 15 miljard euro aan participaties in fossiele brandstoffen af

Een van ‘s werelds grootste pensioenfondsen is van plan zijn aandelen ter waarde van miljarden euro’s in aan fossiele brandstoffen gekoppelde bedrijven te dumpen, uit frustratie over de traagheid van de inspanningen van de sector om CO2-arm te worden.

Het ABP, het Nederlandse pensioenfonds voor ambtenaren en leraren, kondigde aan dat het fonds het grootste deel van zijn belang van 15 miljard euro in de sector in het eerste kwartaal van 2023 verkocht zal hebben.

De aankondiging, die werd gedaan vóór het begin van de COP26-klimaatconferentie in het Verenigd Koninkrijk, is een duidelijke waarschuwing aan het adres van koolstofgerelateerde bedrijven voor het economische risico dat aan hun plannen om hun CO2-uitstoot te verminderen is verbonden.

Corien Wortmann, voorzitter van het ABP, zei: “Het ABP-bestuur ziet de noodzaak en urgentie van een koerswijziging. Wij nemen afscheid van onze beleggingen in producenten van fossiele brandstoffen omdat wij onvoldoende mogelijkheden zien om ons als aandeelhouder in te zetten voor de noodzakelijke, significante versnelling van de energietransitie bij deze bedrijven.”

Wortmann zei ook dat ze niet verwacht dat de stap een negatief effect zal hebben op de langetermijnrendementen van het fonds, aangezien de 15 miljard euro slechts 3% van het totale vermogen van het fonds vertegenwoordigt. In plaats daarvan zal het ABP meer investeren in duurzame energie, een sector waaraan het reeds 4 miljard euro kapitaal toewijst.

Het pensioenfonds zal zijn inspanningen ook richten op grootverbruikers van fossiele brandstoffen, zoals elektriciteitsbedrijven en de luchtvaart- en automobielsector.

“Door onze invloed als aandeelhouder aan te wenden, zal het ABP bedrijven die fossiele brandstoffen gebruiken stimuleren om duurzamer te worden,” aldus Wortmann. “Wij zullen de criteria voor deze investeringen in 2022 verder aanscherpen. We zullen er ook voor blijven pleiten dat regeringen zich inzetten voor een verdere doorberekening van de CO2-prijs in de industrie. En we zullen blijven aandringen op een einde aan de subsidiëring van fossiele brandstoffen.”

Een van de bedrijven waarvan het fonds de beleggingen van de hand zal doen, is Royal Dutch Shell. Dit ondanks het feit dat het ABP op de algemene vergadering van het bedrijf in mei voor de klimaatstrategie van het bedrijf heeft gestemd, een strategie die stelde dat de emissies in het komende decennium juist zouden toenemen.

De olie- en gassector is echter onder toenemende druk komen te staan van activistische aandeelhouders, institutionele beleggers en nationale regeringen waar het gaat om hun klimaatstrategieën en plannen voor de energietransitie.

Eveneens in mei bepaalde de rechtbank in Den Haag in een vonnis dat Royal Dutch Shell zijn netto koolstofemissie in 2030 met 45% verminderd dient te hebben, wat neerkomt op een versnelling van het transitieplan dat de oliemaatschappij in 2019 heeft vastgesteld.

De baanbrekende uitspraak was de eerste keer dat een rechtbank een bedrijf verantwoordelijk hield voor de naleving van de voorwaarden van het Akkoord van Parijs inzake klimaatverandering. Nu de COP26-conferentie is afgelopen, zou de druk op gebruikers van fossiele brandstoffen nog verder kunnen toenemen.

Back to top button