Nederlandse groep zegt dat duurzaamheidsrichtlijn EU tekortschiet voor wat gevolgen voor toeleveringsketen betreft

De geplande EU-richtlijn inzake duurzaam ondernemen (Corporate Sustainability Due Diligence Directive, CSDD), die bedoeld is om de gevolgen voor mensenrechten en milieu overal in waardeketens aan te pakken, bevat te veel mazen en zal volgens de in Nederland gevestigde maatschappelijke groepering Solidaridad geen noemenswaardig effect sorteren als zij in haar huidige vorm wordt goedgekeurd.

De langverwachte CSDD is bedoeld om grote ondernemingen die in Europa actief zijn een onderzoeksverplichting (corporate due diligence) op te leggen om ervoor te helpen zorgen dat deze bedrijven een bijdrage leveren aan duurzame ontwikkeling en de duurzame transitie van economieën.

De onderzoeksmaatregelen vereisen dat de gevolgen voor de mensenrechten en het milieu van de eigen activiteiten van de bedrijven en van hun dochterondernemingen en waardeketens worden geïdentificeerd, voorkomen en beperkt.

Ondernemingen die de regels niet naleven, kunnen te maken krijgen met financiële sancties en burgerrechtelijke aansprakelijkheid, opgelegd door aangewezen toezichthoudende autoriteiten die in de hele EU actief zijn.

De Europese Commissie schat dat de CSDD betrekking zal hebben op 13.000 ondernemingen in de EU en ongeveer 4.000 ondernemingen in derde landen.

Solidaridad, dat 50 jaar geleden in Nederland werd opgericht om onderdrukte gemeenschappen in Latijns-Amerika te steunen maar zich nu concentreert op het bevorderen van duurzamere toeleveringsketens, zei dat “als gevolg van mazen in de wetgeving, uitsluitingscriteria en een weinig ambitieuze aanpak van het bereik van de toeleveringsketen de CSDD uiteindelijk een beperkte impact zou kunnen hebben waar dat het meest nodig is.”

“De verordening zal er niet in slagen om het bestaan van kleine boeren, arbeiders en mijnwerkers aan het begin van onze wereldwijde toeleveringsketens te verbeteren. Als de EU de weg wil vrijmaken voor een duurzame transitie, zal zij het toepassingsgebied van de due diligence in de richtlijn moeten verruimen, aandacht moeten besteden aan leefbare inkomens en leefbare lonen op alle niveaus van de toeleveringsketen en partnerschappen met producerende landen moeten bevorderen”, adviseerde de groep.

Volgens Solidaridad moet de CSDD worden uitgebreid zodat deze van toepassing is op de volledige toeleveringsketen en niet alleen op gevestigde zakenrelaties.

“De richtlijn dreigt volledig voorbij te gaan aan de ernstige negatieve gevolgen voor kleine boerenbedrijven, arbeiders, mijnwerkers en andere vaak gemarginaliseerde groepen aan het begin van de toeleveringsketens. Bovendien zijn vrouwen oververtegenwoordigd in minder gevestigde relaties, zoals in semi-formeel en informeel werk, onofficiële onderaanneming en thuiswerk op de lagere niveaus van de waardeketens. Deze beperkte aanpak maakt de kans zeer klein dat bedrijven het soort relaties zullen beoordelen die kunnen leiden tot ernstige gevolgen voor de mensenrechten van vrouwen”, aldus de groep.

Solidaridad zei dat het niet getoetste juridische concept van “gevestigde zakenrelaties” uiteindelijk ook een stimulans kan zijn om zakenrelaties voor de korte termijn te behouden of hierop over te schakelen. “Het zou er bijvoorbeeld toe kunnen leiden dat bedrijven gaan rondkijken naar leveranciers om te voorkomen dat zij onder de verplichting tot het uitvoeren van due diligence vallen”, aldus de groep.

De groep riep ook op tot een veel scherpere focus op due diligence waar de sociale en milieueffecten het ernstigst zijn.

“Helaas staat prioritering niet centraal in de CSDD; in plaats daarvan lijkt de nadruk te liggen op nadelige gevolgen die voor bedrijven gemakkelijker zijn vast te stellen en aan te pakken op basis van hun hefboomeffect door de notie van gevestigde zakenrelaties. De due diligence-actie beperken tot de directe leveranciers van een bedrijf betekent dat bedrijven vrij zijn om ernstige gevolgen op elk ander punt in hun waardeketen te negeren, tenzij dit het geval is bij hun gevestigde zakenrelaties”, aldus de groep.

De richtlijn dient ook betrekking te hebben op kleine en middelgrote ondernemingen (MKB) en niet alleen op grotere bedrijven, aldus Solidaridad.

In haar huidige vorm voert de richtlijn een verplichting tot verantwoord ondernemen in voor grotere bedrijven, die worden gedefinieerd als bedrijven met meer dan 500 werknemers en een jaaromzet van 150 miljoen euro. Wanneer een bedrijf actief is in een sector met een grote impact (landbouw, textiel en mineralen), wordt dit verlaagd tot 250 werknemers en een omzet van 40 miljoen euro. Dit vertegenwoordigt een zeer klein deel van het Europese bedrijfsleven – slechts 1% volgens het voorstel.

“Het argument voor deze opzet is dat bedrijfsonderzoek met betrekking tot duurzaamheid te ingewikkeld is voor kleinere bedrijven. Uit ervaring weten we dat dit niet klopt. Solidaridad werkt met veel kleine en middelgrote ondernemingen die in feite het voortouw nemen op het gebied van verantwoord ondernemen. In verschillende sectoren zien we dat kleinere bedrijven partnerschappen aangaan en werken aan duurzame oplossingen”, aldus de groep.

“Kleine en middelgrote ondernemingen zijn vaak meer bereid om zich aan complexere criteria aan te passen dan grotere ondernemingen, omdat zij gewoonlijk minder leveranciers hebben en relaties op langere termijn onderhouden. In feite dreigt deze aanpak het vermogen van de richtlijn te beperken om een gelijk speelveld tot stand te brengen dat alle spelers in het bedrijfsleven in staat stelt de nodige zorgvuldigheid aan de dag te leggen zonder bang te hoeven zijn voor oneerlijke concurrentie – een doel dat in de eerste plaats met de CSDD wordt nagestreefd. Bovendien bemoeilijkt dit een sectorbrede aanpak”, voegde de groep daaraan toe.

Er is nog veel ruimte voor wijzigingen in de CSDD, aangezien deze nog door het Europees Parlement en de Europese Raad (bestaande uit de hoofden van de 27 lidstaten van de EU) zal worden behandeld.

Het proces zal ook worden bemoeilijkt door de toenemende druk op zowel het Europees Parlement als de Europese Raad om het groeiende aantal nationale wetten inzake mensenrechten en zorgvuldigheideisen te harmoniseren, zoals de Duitse wet inzake zorgvuldigheidseisen voor bedrijven in toeleveringsketens en de Franse wet inzake de plicht tot waakzaamheid.

De Commissie heeft zich een ambitieus tijdschema gesteld voor de goedkeuring van het ontwerp, mogelijk nog voor het eind van dit jaar.

Het Londense advocatenkantoor Travers Smith legde uit dat de lidstaten na de inwerkingtreding van de richtlijn twee jaar de tijd zullen hebben (vier jaar voor kleinere organisaties) om de nodige regels in nationaal recht om te zetten.

“Afhankelijk van hoe snel de tekst het wetgevingsproces doorloopt, verwachten wij dat de zorgvuldigheidsverplichtingen pas vanaf 2025 of zeer wel mogelijk nog later van kracht zullen zijn”, voegde de onderneming daar in een recente notitie over de CSDD aan toe.

 

Back to top button