Nederlandse bedrijven geadviseerd over risico’s van tewerkstelling Oekraïners

Westeuropese regeringen, bedrijven en particulieren willen graag hulp bieden aan zes miljoen Oekraïense vluchtelingen die volgens de Europese Commissie (EC) naar het westen zullen trekken om te ontsnappen aan het gewelddadige optreden van Russische troepen bij de voortzetting van hun invasie.

Deze vaak wanhopige mensen willen werken en proberen hun leven weer op te bouwen voordat zij hopelijk naar huis kunnen terugkeren, en weldenkende werkgevers zullen deze vaak hooggeschoolde mensen waar en wanneer mogelijk in dienst willen nemen.

Nederland zal een van de favoriete bestemmingen zijn voor Oekraïense vluchtelingen vanwege de open samenleving en de over het algemeen kosmopolitische en meertalige bevolking.

Maar Nederlandse risk managers en hun collega’s van HR en juridische zaken moeten hun huiswerk doen voordat zij Oekraïense vluchtelingen in dienst nemen om te voorkomen dat zij bestaande wetten overtreden, adviseerde het toonaangevende Nederlandse advocatenkantoor Dirkzwager Legal and Tax.

Stefan Kleijer en Boy Stenden, advocaten bij het kantoor, wezen erop dat werkgevers voorzichtig te werk dienen te gaan wanneer zij van plan zijn vluchtelingen van buiten de EU in dienst te nemen.

Volgens de advocaten is de hoofdregel voor mensen buiten de EU/EER en Zwitserland dat zij niet zomaar in Nederland kunnen wonen en werken. Zij moeten in principe een verblijfs- en werkvergunning aanvragen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

“Voor vluchtelingen (asielzoekers) geldt een andere procedure. Zij kunnen in Nederland asiel aanvragen. Degenen die meer dan zes maanden geleden asiel hebben aangevraagd en in afwachting zijn van de beslissing van de IND kunnen 24 weken per jaar betaald werk verrichten”, zo voegden zij eraan toe.

Oekraïners die in Nederland willen wonen en werken, moeten een verblijfs- en werkvergunning (of asiel) aanvragen. In 2017 is een uitzondering op deze hoofdregel gemaakt in de Associatieovereenkomst (Verordening 2018/1806).

Daarin staat dat Oekraïners die in het bezit zijn van een biometrisch paspoort 90 dagen lang vrij zonder visum/verblijfsvergunning door de EU mogen reizen (de zogenaamde “vrije periode”), legden Kleijer en Stenden uit.

“Door de oorlog ontvluchten Oekraïners massaal het land, en de verwachting is dat deze uittocht nog zal toenemen. Op grond van de Associatieovereenkomst hoeven Oekraïners niet onmiddellijk na aankomst in een EU-lidstaat een asielprocedure te beginnen en/of een verblijfs- en werkvergunning aan te vragen. Gedurende de eerste 90 dagen zijn zij vrij om binnen de EU te komen en te gaan”, vervolgden zij.

Maar wat als ze na 90 dagen nog steeds niet naar Oekraïne kunnen terugkeren?

“Als daarvoor niets geregeld zou worden, zou binnen 90 dagen een asielprocedure moeten worden gestart of een verblijfsvergunning moeten worden aangevraagd. De lidstaten van de EU zijn echter overeengekomen dat voor Oekraïners een uitzondering moet worden gemaakt. Op 2 maart 2022 heeft de Europese Commissie voorgesteld om artikel vijf van de richtlijn tijdelijke bescherming (Richtlijn 2001/55/EG) voor vluchtelingen uit Oekraïne te activeren door middel van een uitvoeringsbesluit. De Raad van de Europese Unie (de Raad) heeft het uitvoeringsbesluit tot instelling van tijdelijke bescherming op 4 maart 2022 vastgesteld”, aldus de advocaten.

Vluchtelingen uit Oekraïne voor wie tijdelijke bescherming is bedoeld, krijgen een speciale verblijfsstatus. De advocaten legden uit dat zij op grond van die speciale status de volgende rechten hebben:

  • Werk als werknemer of zelfstandige;
  • Toegang tot volwassenenonderwijs, beroepsopleiding en werkervaring, en Oekraïners onder de 18 jaar hebben toegang tot ten minste openbaar onderwijs;
  • Behoorlijke huisvesting of middelen om huisvesting te vinden;
  • Sociale bijstand, financiële steun en medische zorg in geval van ontoereikende middelen.

De tijdelijke bescherming geldt voor één jaar en kan tweemaal met zes maanden worden verlengd. Daarna kan de Europese Commissie de Raad voorstellen de tijdelijke bescherming met een jaar te verlengen.

Gehoopt wordt dat de IND snel meer duidelijkheid zal verschaffen over welke verblijfsvergunning Oekraïense vluchtelingen in dat kader kunnen aanvragen. Tot dan hoeft de vluchteling zich geen zorgen te maken. Dit geldt ook voor gevallen waarin de vrije periode van 90 dagen is verstreken, die binnenkort tot 180 dagen zal worden verlengd, aldus Kleijer en Stenden.

Het slechte nieuws is dat Oekraïense vluchtelingen op dit moment voorlopig niet in Nederland mogen werken, tenzij de Oekraïner een verblijfsvergunning of werkvergunning heeft met de aantekening ‘arbeid toegestaan’ (of hij/zij meer dan zes maanden geleden asiel heeft aangevraagd). Er wordt momenteel gewerkt aan nieuwe regelgeving betreffende de speciale verblijfsstatus en de bijbehorende vergunning, legden de advocaten uit.

Maar er zijn uitzonderingen die potentiële werkgevers in overweging kunnen nemen, adviseerden zij. “Onder bepaalde omstandigheden is het ook mogelijk om een van de bestaande verblijfs- en werkvergunningen aan te vragen. Ter illustratie: een werkgever die al een erkend referent is bij de IND en een (hoogopgeleide) vluchteling uit Oekraïne in dienst wil nemen tegen een bruto maandsalaris van € 5.000,- kan een verblijfsvergunning aanvragen om als kennismigrant te werken”, adviseerde Dirkzwager.

“De streeftermijn die de IND hanteert om een besluit te nemen is twee weken. De vraag is echter of deze weg, met alle voorwaarden, kosten en de beslistermijn, niet juist een tijdrovende is. Misschien zal de nieuwe verblijfsvergunning op basis van de speciale status nog steeds de snelste en gemakkelijkste weg zijn om Oekraïners in dienst te nemen”, concludeerde het kantoor.

Back to top button